Het is niet al zuur dat de regen brengt. Vissen krijgen echter wel grotere geslachtsorganen door de verzuring van de oceanen. Dat stelt nieuw Australisch onderzoek vast. De vondst is opmerkelijk.
Onderzoekers van de Universiteit van Adelaide ontdekten dat sommige vissoorten beter in staat zijn om zich voort te planten omwille van grotere geslachtsorganen. Die krijgen ze door de verzuring van de oceanen.
De dieren, meerbepaald Forsterygion lapillum, zouden meer sperma en eieren produceren, en zijn het toonbeeld van hoe onze verwachtingen over de veranderende wereld soms té negatief zijn. Hoewel de oceanen voor grote uitdagingen staan door de opwarming en verzuring, blijkt dat deze dieren zich toch weten aan te passen. De vissen beschermen de eitjes ook beter, waardoor ze succesvoller zijn in het reproduceren.
Verbazingwekkend is dat F. lapillum klaarblijkelijk geen negatieve gevolgen ervaart van de verzuring. “Mannetjes eten meer. Ze vertonen meer foeragerend gedrag, en jagen op meer aanwezige soorten – die zijn er door de vele algen die sterk groeien door de hogere CO2 waarden.” vertelt dr. Nagelkerken, hoofdonderzoeker.
De vrouwtjes bewegen daarentegen minder, en bewaren zo broodnodige energie die ze investeren in hun geslachtsorganen. Tenslotte zijn er meer mannelijke vissen, die een belangrijke rol hebben in het beschermen van de eieren. Meer mannetjes betekent mogelijk dus ook meer bescherming, en dus meer nakomelingen.
Andere soorten vertoonden niet dezelfde kenmerkende groei die F. lapillum heeft. Mogelijk heeft dat te maken met het dominante gedrag van de vissoort. De wetenschappers vermoeden dat gelijkaardige soorten het erg goed zullen doen in een steeds zuurder wordende oceaan.