Er liggen naar schatting 14 miljoen ton stukjes microplastic op de bodem van de oceanen. Dat is maar liefst dertig keer meer dan wat er aan de oppervlakte rondzweeft. Nieuw Australisch onderzoek toont dit aan.
Het Australische National Science Agency verzamelde op zes afgelegen plekken stalen van de oceaanbodem. Daaruit blijkt dat er dertig tot 57 keer meer plastic op de bodem ligt dan er aan de oppervlakte drijft.
De nieuwe schatting plaatst grote vraagtekens bij de ware grootte van het plasticprobleem. Wetenschappers analyseerden de 51 bodemstalen en ontdekten gemiddeld 1,26 stukken microplastic per gram sediment.
De vondst wijst volgens de hoofdonderzoeker dr. Denise Hardesty in een reactie aan The Guardian op “de alomtegenwoordigheid van plastic, waar ook ter wereld”. Toch meent Hardesty dat het volume op de zeebodem nog vrij klein is in vergelijking met alle plastic dat in de natuur terecht komt. “Er zit veel meer plastic vast op het land dan in de zeeën.”, een onderschat probleem.
Microplastic hebben een diameter van maximaal 5 millimeter, en zijn meestal uiteengevallen restjes van grotere voorwerpen. In 2014 werd er geschat dat er tussen de 15 en 51 biljoen stukjes microplastic in de oceanen terecht gekomen zijn.