Iedereen in de hobby krijgt wel eens te maken met Aiptasia, beter bekend als de glasanemoon. Dat is een hardnekkig beestje, dat zich maar moeilijk laat uitroeien. Er zijn nochtans middeltjes genoeg te verkrijgen.Waarom lukt het dan niet?
Glasanemonen zijn een geslacht van anemonen die een symbiose hebben met dinoflagellaten. Deze produceren net als bij koralen voedsel door fotosynthese. Er zijn twaalf soorten glasanemonen. Vermoedelijk komen er in uw aquarium één of meerdere van deze soorten voor.
Belangrijk om te weten is dat Aiptasia sp. zowel seksueel als aseksueel zich kunnen voortplanten. Dat is vervelend, want dat maakt ze hardnekkig. Wie ook maar één klein stukje overlaat van de anemoon, kan rekenen op een nieuw exemplaar binnen de twee weken. Sterker, als deeltjes verspreid geraken in het aquarium, zit men al snel met een ware plaag. Maar de anemoon kan zich dus ook seksueel voortplanten. Ze laten gameten los in het water, die bevrucht worden. De resulterende zygote wordt een larve die rondzwemt en zich uiteindelijk op de bodem of rotsen nestelt.
Hoop verloren
Dat de anemonen hardnekkig zijn, is bekend. Er zijn nochtans middeltjes genoeg om de plaag mee te lijf te gaan. Zo zijn er tal van commerciële producten verkrijgbaar die behoorlijk goed werken. Eerder dit jaar testten we nog F-Aiptasia, een populair middeltje in Amerika. Toch blijven de anemonen terugkomen.
Ligt het dan aan ons? Zien we telkens een anemoon of twee over het hoofd die zich na onze uitroeicampagne uitzaait? Importeren we nieuwe anemonen bij het kopen van koralen? Dat is allemaal mogelijk. Het is echter behoorlijk frustrerend om telkens opnieuw anemonen te zien opduiken, zelfs na verschillende campagnes.
Redmiddel?
Tot nog toe is de enige optie waarmee we 100 procent succes gehad hebben het introduceren van een biologische vijand. Gelukkig voor ons heeft zo’n vervelende anemoon er heel wat. De bekendste zijn misschien de Lysmata wurdemanni, de pepermuntgarnaal. Deze garnaaltjes zijn niet bijzonder duur, nog aangenaam om naar te kijken, en vooral effectief – al is dat laatste vaak het onderwerp van debat bij hobbyisten.
Een andere optie is een vis inzetten. Het probleem hierbij is dat veel van de vissen die de anemonen eten, ook wel eens durven snoepen van een koraaltje. Dat wilt men natuurlijk niet. Toch zijn het vaak bijzonder fraaie vissen om te houden. Denk maar aan Chelmon rostratus, Chaetodon kleinii, of Acreichthys tomentosus.
Dé perfecte oplossing is misschien veel kleiner. Er is namelijk een zeenaaktslak die specifiek Aiptasia eet. Dat is bijzonder handig, want van koralen blijft Berghia stephanieae weg. Eén nadeel: na het verorberen van de laatste Aiptasia zal deze naaktslak verhongeren.Het blijft altijd een beetje behelpen.