Op een piepklein eilandengroepje in de Indische Oceaan vonden onderzoekers de kadavers van zo’n 600.000 heremietkreeftjes. De lugubere vondst werd in mei gedaan maar wordt nu pas in de media belicht.
De Cocos (Keeling) eilanden zijn normaal gezien een walhalla voor de natuurenthousiast. Ongerepte stranden, prachtig blauw water en stevige palmbomen vormen de perfecte achtergrond voor een huwelijks- of snoepreisje.
Twee jaar terug was er van dat paradijs al niet veel meer te merken. Wetenschappers vonden er naar schatting 414 miljoen stukken plastic op het strand. Het eiland verdronk in de plastic soep.
Dodelijke val
Het gevolg van die vervuiling wordt nu duidelijk. Onderzoeker Jennifer Lavers en haar team ontdekten dat het afval, waaronder ook flessen, vaak helemaal niet leeg zijn. Tientallen heremietkreeften, soms zelfs honderden per fles, vinden er hun dood.
De diertjes kruipen er in, op zoek naar voedsel en beschutting. Daarna kunnen ze door de gladde wanden er niet meer uit. Uiterst triest is dat de geur van hun lijk nog meer soortgenoten in de val lokt – een natuurlijk mechanisme dat soortgenoten laat weten dat er een kostbare schelp vrij is.
Paradijselijke slachtbank
Het onderzoeksteam berekende dat er zo’n 600.000 heremietkreeften op de stranden van het eiland moeten liggen. Ook Henderson eiland, zo’n 12.800 kilometer verder, heeft een grote populatie heremietkreeften verloren. De vraag is echter of deze eilanden uniek zijn, of dat het fenomeen zich elders herhaalt.
Heremietkreeften zijn een belangrijk deel van het ecosysteem. Ze dienen niet enkel als voedsel voor bepaalde vissen, maar de kreeftjes bevruchten ook de grond, vervoeren zaadjes en eten detritus.
Het probleem kan echter opgelost worden, meent Lavers. “Dit is een perfecte kans voor zij die eraan dachten om deel te nemen aan strandopruimingen. Het is niet gewoon plastic van het strand verwijderen omdat het lelijk is, maar het kan mogelijk ook heel wat betekenen voor de heremietkreeftenpopulatie.”