Goed nieuws voor fauna en flora: de Vlaamse overheid wil de paardenmarkt opruimen. Dat is een zandbank voor de kust van Knokke. Daar ligt al meer dan honderd jaar onontplofte munitie uit de beide wereldoorlogen.
Eerder dit jaar werd er al gewag gemaakt dat het munitiestort gevaarlijke stoffen als TNT en gifgas lekt. Toen klonk, net als nu, dat er geen acuut gevaar is.
Toch wil de overheid de munitie weg. Het voortdurende risico blijft een hinderpaal voor de veiligheid, maar ook voor toekomstige ontwikkelingsprojecten van de haven van Zeebrugge. De munitie ligt nu al dicht bij de havenmuur, waar onder andere een aargasterminal ligt.
Buitenlandse interesse
Tijdens een infovergadering werden tientallen bedrijven uit binnen- en buitenland bevraagd over de mogelijkheid om het stort veilig op te ruimen. Dat zou kunnen met robottechnologie die de munitie naar het vasteland brengt.
Het gaat om 35.000 ton chemische en conventionele bommen. Sommige granaten zijn aan het roesten, waardoor de gevaarlijke spring- en chemische stoffen in het water lekken. Ook fosfor en mosterdgas zijn aanwezig. In hoge concentraties zijn deze stoffen schadelijk voor het milieu.
Geen vrije toegang
Het gebied is afgesloten voor de visserij, en ook ankers mogen niet worden uitgeworpen. Regelmatig voert de overheid controles uit om te kijken hoeveel materiaal in het water lekt.
De stortplaats is zo’n drie vierkante kilometer groot. De granaten liggen twee tot zes meter onder de zeebodem, die zelf op een diepte van één tot vijf meter ligt.
Wanneer de berging van start gaat is niet bekend. De kostprijs van het project wordt geschat op één miljoen euro.