Kwallen doen het bijzonder goed in onze oceanen. Dat komt door de menselijke activiteiten die het zeeleven verstoren. Door overbevissing, vervuiling en de opwarming van de aarde voelen kwallen zich steeds meer thuis.
De laatste jaren zijn er steeds meer kwallen die ronddrijven in de wereldoceanen. Sinds 2014 bestaat er een database waar kwallenaantallen ingegeven worden. Daaruit blijkt dat er heel wat meer van de netelige dieren ronddobberen.
Volgens Fabien Lombard, marien bioloog aan de Sorbonne universiteit “zijn er meer kwallen in bepaalde zones in de wereld”. Vooral “de Zwarte Zee, de kust van Namibië en in de Japanse Zee” zijn er heel wat meer.
Maar volgens sommigen zijn er daarnaast ook steeds meer kwallen in de VS, de Caraïben, Zuid-Amerika en Afrika. Zelfs Europa ontsnapt niet aan de gelei-achtige wezens: rondom Groot-Brittannië, Ierland en vanaf de Franse kust tot Noorwegen zijn er steeds vaker kwallen te spotten.
Oeroude wezens
Maar hoe komt dat nu? Wel, buiten het feit dat kwallen er al altijd kwallen zijn geweest – het zijn zowat de eerste inwoners van de aarde, en komen in elke zee op alle diepten voor – zijn ze nu gesterkt dankzij menselijke activiteit.
Hun levenscyclus, die bestaat uit een larve die zakt naar de bodem om zich daar vast te hechten tot ze groot genoeg is om zichzelf te klonen en uit te groeien tot een volwassen kwal, zorgt voor een groot aantal nakomelingen.
Steeds vaker
Wanneer een groot aantal kwallen samenkomen, spreken we van een bloei. Vroeger gebeurde dat met regelmatige tussenperiodes – om de twaalf jaar in de Middellandse Zee. Maar tegenwoordig gebeurt het elk jaar.
Daarbij komt dat de mens heel wat roofdieren heeft uitgeschakeld. Tonijn wordt en masse gevangen en verwerkt tot sushi, populaties zeeschildpadden worden met sleepnetten gedecimeerd. Ook kleinere vissen, die met de kwal in voedselcompetitie gaan, zijn overbevist. Daardoor hebben kwallen praktisch vrij spel.
Plastic geen probleem
Tenslotte zijn kwallen, in tegenstelling tot veel ander zeeleven, perfect bekwaam om om te gaan met menselijke vervuiling. Afvalwater leidt tot algengroei, die wanneer ze sterven bijna al het zuurstof uit het water halen. Voor vele dieren is dit dodelijk, maar de kwal kan er tegen. Ook plastic is geen probleem, want daar planten kwallen zich eenvoudig in voort. Sleepnetten die de oceaanbodem verwoesten, laten een doodse vlakte na, de perfecte locatie om kwallenpoliepen te laten groeien.
Dit grote aantal kwallen zorgt weliswaar voor problemen. Zo netelen ze steeds vaker nietsvermoedende vakantiegangers. Ook de visserijen weten geen blijf met de kwallen. Netten geraken verstrikt, maar ook viskwekerijen worden getroffen.
Kansloos
In 2007 vielen kwallen een zalmkwekerij aan voor de kust van Noord-Ierland. De zalmen konden niet weg, en werden allemaal geneteld. Een ramp voor de zalm, maar een financiële voor de eigenaar.
Een heroriëntering van de visserij om kwallen te vangen is echter niet haalbaar. Ze vermenigvuldigen zich daarvoor veel te snel. In Japan varen vissers bovendien soms niet uit als er te veel kwallen in zee zitten. Zij zijn bang dat ze hun netten verliezen, of dat de boot kapseist door het gewicht van de eindeloze stroom aan kwallen.