Wetenschappers hebben het raadsel van de Sapphirinidae opgelost. Deze kleine diertjes kunnen zichzelf razendsnel onzichtbaar maken. Hoe ze dat nu juist doen, bleef lange tijd onbekend. Onderzoekers van het Weizmann Institute of Science breken de zaak open.
Sapphirinidae zijn een onderklasse van de copepoden. Deze dieren leven net zoals onze welbekende pods in zeewater. Ze zijn klein, met een gestalte van slechts enkele millimeter.
Het mannetje valt op door zijn felle kleuren. Blauwe flitsen wisselen zich af. Het vrouwtje is daarentegen doorzichtig; de mannetjes kunnen dit echter nabootsen.
Hoe ze dat doen, bleef lange tijd een mysterie. Professors Lia Addadi, Steve Weiner, Dvir Gur, Maria Pierantoni, Dan Oron, Ben Leshem, en Viviana Farstey werken samen om het raadsel op te lossen.
Het team ontdekte dat de Sapphirinidae een bepaalde kristalstructuur op hun rug hebben. Deze bestaat uit dunne transparante guaninekristallen. Guanine is één van de basisstoffen die teruggevonden wordt in DNA.
Deze platen liggen op een zeer precieze manier. De afstand tussen de platen bepaalt de kleur van het dier. Sapphirinidae kunnen blauw, geel, of paars zijn. Sommigen kunnen zich onzichtbaar maken. Dit gebeurt wanneer zonlicht in een hoek van 45° op de platen valt. De dieren kunnen dit effect zelf oproepen door hun rug te draaien.
De dieren zouden de techniek gebruiken om zich te verbergen voor roofdieren, en om vrouwtjes te imponeren.