Zeesterren kunnen zich op twee manieren voortplanten: door een partner van het andere geslacht te zoeken, of door zichzelf te klonen. Wanneer ze voor deze laatste optie kiezen, leven ze langer. Dat zijn de bevindingen van Zweedse en Spaanse onderzoekers.

De wetenschappers onderzoeken de lengte van de telomeren, de uiteindes van de chromosomen, bij Coscinasterias tenuispina. Deze telomeren hebben invloed op de gezondheid en mogelijke leeftijd van de dieren. Ook mensen hebben telomeren.
Tijdens de studie zijn er twee zeesterpopulaties onderzocht. De onderzoekers komen tot de conclusie dat de Mediterraanse populatie zich vaker zelf kloont. Dit doen ze door zichzelf te splitsen. Vanuit het nieuwe stuk groeit dan een volledig zelfstandige zeester. De Atlantische populatie verkiest echter de ons familiare seksuele reproductie.
“We zien dat de telomeren langer zijn in het nieuwe gedeelte van de zeester,” vertelt Helen Nilsson Sköld van de Universeit van Gothenburg’s Sven Lovén Centre for Marine Sciences in Kristineberg. Volgens de wetenschappers verklaart dit de bijzonder goede gezondheid van de gekloonde zeesterren.
De resultaten zijn gebaseerd op populaties in de natuur, wat de studie slagkracht leent.