Honderdvijftig dolfijnen spoelen aan op een Japans strand. Een soortgelijk fenomeen speelde zich in 2011 af. Toen werd Japan zes dagen na de stranding van vijftig dieren door een bijzonder zware aardbeving door elkaar geschud. Experts menen echter dat er geen causaal verband bestaat.

De Japanse bevolking beeft uit vrees voor een nieuwe aardbeving. Nadat vrijdag maar liefst honderdvijftig witlipdolfijnen aanspoelden, zit de schrik er goed in. Menig Japanner kan zich een soortgelijk fenomeen – en de gevolgen – voor de geest halen.
In 2011 spoelden er ook al een vijftigtal dolfijnen aan op Japanse stranden. Dit gebeurde slechts zes dagen voor er een sterke aardbeving plaatsvond. Deze had een kracht van 9 op de schaal van Richter. De beving veroorzaakte een tsunami die de kernreactor van Fukushima verwoestte, en 15.000 doden veroorzaakte.
Hoewel er in Nieuw Zeeland zich een soortgelijk verschijnsel voordeed, zijn wetenschappers niet overtuigd van een causaal verband tussen de twee fenomenen. “We zijn momenteel nog volop bezig met verder onderzoek,” vertelt Tadasu Yamada, onderzoeker aan het National Museum of Nature and Science.
105 kadavers zijn meegenomen voor een sectie. Vrijwilligers konden 45 dieren terug in zee duwen.