De Australische wateren kennen al tientallen jaren een gigantische katvissenpopulatie. De laatste jaren merken onderzoekers echter dat er een grote sterfte plaatsvindt. Maar liefst 93% van de oorspronkelijk gemeten populatie is er niet meer. De oorzaak is onduidelijk.

In de jaren 90 kwamen meer dan 180.000 reuze katvissen samen in de zuid-Australische wateren. De achtpotige Cephalopod zochten de bescherming van de rotsachtige kust in Port Bonython op. Tienduizenden exemplaren leggen er elk jaar hun eitjes. De unieke bodem is immers de perfecte afzettingsplaats voor het nageslacht van de kleine broer van de octopus.
In 1999 waren ze nog met 183.000. In 2005 met 125.000 en in 2011 nog maar met 80.000. In 2013 dook dit nummer nog dieper in het rood: er zijn momenteel nog slechts 13.500 Katvissen over.
Het raadsel van de mysterieuze verdwijning is echter nog niet opgelost. Maar er zijn wel theorieën. Zo denkt Dr. Mike Steer van het South Australian Research and Development Institute dat er drie mogelijke verklaringen zijn. “Het [de sterfte] kan veroorzaakt zijn door ecologische druk, zoals vervuiling, verandering van de watertemperatuur of een gebrek aan voedsel,” legt Dr. Steer uit. “Maar het kan ook de normale gang van een lange cyclus zijn.”
Sommige wetenschappers opperen dat de oorspronkelijke populatie-aantallen vanaf het begin al ongewoon waren. “Het zou kunnen zijn dat er een plotselinge explosie was van de Cephalopod-populatie,” vertelt Dr. Steer.
Economische ramp
Ondertussen voelt de lokale bevolking de gevolgen van de sterfte. Zolang de Katvissen wegblijven, blijven ook de toeristen weg. Het fenomeen werd in 2009 vastgelegd door de BBC. Zij waren één van de vele filmmakers die het spektakel kwamen vastleggen op de gevoelige plaat. Waar de filmmakers vroeger tienduizenden Katvissen per dag voor hun lens kregen, zijn dat er nu nog maar enkele individuen.
Ondertussen is het serene paringsritueel van de dieren vervangen door het gebrul van gigantische motoren. “Vorige week kwam hier het grootste schip dat hier ooit geweest is voorbij,” weet duikwinkeleigenaar Tony Bramley.
“Toen we aan het duiken waren konden we voor honderden meters ver enkel de uitstoot van het schip zien.” De schepen liggen zeventien meter diep, terwijl de bodem hier op slechts twintig meter ligt. “Je kan dus wel bedenken wat voor een verstoring dit geeft,” bedenkt Bramley.