Een Australische studie, uitgevoerd door hoofddocent Culum Brown, toont aan dat vissen veel intelligenter zijn dan gedacht. In zijn onderzoek zet hij vissen op gelijke hoogte als gewervelden. De professor aan de Macquarie University in Sydney pleit voor een algemene herziening van de huidige moraliteitsnormen die toegepast worden op vissen.

Volgens Brown zijn vissen intelligenter dan de meeste mensen denken. Toch worden ze tot op heden enkel beschouwd als eten of huisdier. Ze worden ook massaal ingezet tijdens dierproeven. De meer dan 32.000 soorten vissen vormen bovendien een overvloed in de biologische soortenschaal.
Ondanks deze vrij bescheiden reputatie hebben vissen toch een sterk ontwikkelde intelligentie. Volgens de hoofddocent hebben ze een uitstekend geheugen en leven ze in complexe sociale gemeenschappen, waar ze zelfs van elkaar kunnen leren. Vissen herkennen soortgenoten en individuen, en volgen deze ook op. Ze gebruiken zelfs gereedschap, net zoals de primaten dat doen.
Brown stelt zelfs dat de zintuigen van vissen op vele vlakken beter zijn dan die van de mens. “Het enige gebrek dat vissen hebben, is dat ze niets kunnen imiteren,” schrijft Brown. Nochtans zwemmen bepaalde soorten wel in scholen, om zo één grote vis te vormen.
Hoewel de hersenen van vissen sterk verschillen met die van gewervelde diersoorten, voelen ze toch pijn. Tenminste zo blijkt uit de “steeds groeiende berg van bewijzen”. Volgens Brown is het dan ook aangeraden om vissen te behandelen zoals hogere dieren, zoals primaten en katachtigen.
“Hoewel de wetenschap geen zeker antwoord kan bieden op de vraag of dieren een bewustzijn hebben, is het aangeraden om de vissen dezelfde bescherming te geven als een gewervelde diersoort,” pleit Brown. “We zouden daarom de vissen moeten opnemen in onze morele cirkel en ze dus ook de bescherming geven die ze verdienen.”